De Hoogleedse Rodenbachwijk staat er al een flink aantal jaren, om precies te zijn, in het jaar 1970 namen de eerste gezinnen hun intrek in de Rodenbachstraat.
Jaar na jaar werd deze wijk uitgebreid met bijkomende straten en huizen.
De “Mandel” die instond voor het bouwen en verkopen van deze huizen had immers nogal wat grond aangekocht en ondermeer de volledige hoeve van
“melkboer Vergote” (de hoeve stond waar nu de brandweerkazerne staat) met alle aanpalende weiden en akkerland werden één grote verkaveling.
Benevens de huizen die de Mandel zelf liet bouwen zijn in de Uilenspiegelstraat ook een aantal privé-woningen uit de grond verrezen.
De Rodenbachstraat – de eerste straat die bebouwd werd – is ondertussen reeds uitgesplitst in een Rodenbachstraat en een Blauwvoetstraat.
Dit eerste gedeelte van de wijk werd vervolgens flink uitgebreid met de Kerelstraat, Knapenstraat, Vikingstraat en over de brandweer (naar Roeselare toe) met een Roelandstraat, Van Arteveldestraat en Klauwaertstraat.
Dan kwam de Uilenspiegelstraat aan de beurt en tenslotte de Tijlstraat en finaal de Nele- en Katelynestraat.
De inwoners van de Rodenbachwijk lagen vooral bij de “oudere” bevolking van Hooglede niet in de bovenste lade. Als er iets mispeuterd werd in Hooglede (vandalisme, diefstal …) werd al snel en meestal onterecht verwezen naar
“den blok”. Dit is ondertussen gelukkig verleden tijd geworden..
Om het “imago” van de wijk wat op te krikken en meteen ook de inwoners wat nader bij elkaar te brengen werd in het jaar 1980 (toen een 2de generatie huizen verkocht werden) een wijkkomitee opgericht onder de naam “Feestkomitee Rodenbachwijk”. Volgende inwoners (allen trouwens van de toen nieuwe wijk) stonden aan de bakermat van de wijkvereniging: uit de Klauwaertstraat waren dit Jacques Maertens, Luc Colette en Luc Condé, uit de Roelandstraat Jacky Desloovere en uit
de Van Arteveldestraat Gilbert Bouckenooghe en Guido Gerinckx.
Het eerste jaar werd heel bescheiden opgevat. Van de naburige landbouwer Jozef Debackere werd een grote boerenkar geleend, J. Desloovere zorgde voor een DJ met een heuse discobar en weg waren we.
Van een tent was nog geen sprake en de talrijke wijkkinderen kwamen flink aan hun trekken met een verkleedpartij en een tekenwedstrijd. De meefeestende bewoners zaten dus onder de blote hemel maar dat deerde niet want zelfs een fikse regenbui kon de pret niet storen. Iedereen trok naar huis en kwam terug met een aantal paraplu’s en er werd verder gedanst en gefeest.
Na een aantal jaar werd toch geopperd – steeds meer en meer volk kwam opdagen voor het gebeuren- om een tent te huren en op het grasveldje in de Roelandstraat werd het feest enkele jaren onder het tentzeil gehouden. Tot dan werd het feest vooral meegevierd door de bewoners van de nieuwere wijk maar druppelsgewijs kwamen ook enkele inwoners van het oude wijkgedeelte afzakken. Omdat er nu toch een tent stond en de kosten meteen wat konden gemilderd worden werd het feest – telkens op de eerste zondag van augustus en de vrijdag en zaterdag ervoor – uitgebreid.
Omdat steeds meer en meer mensen uit het oudere wijkgedeelte en de omgeving kwamen meevieren werd vorgesteld om de tent te verplaatsen naar het grote grasveld (waar de tent nog steeds staat trouwens) op het einde van de Kerelstraat. Ook het bestuur onderging ondertussen een aantal wijzigingen en ondermeer Lode Viaene, Rudi Coucke, Gilbert Beauprez, René Declercq en nog enkele anderen vervoegden de groep.
Met René Declercq als voorzitter kregen de feesten een ware “boom”, iets wat vooral te wijten was aan het inrichten van de rommelmarkt op zondag en de loopwedstrijden Coucke-Bekaert op zaterdag. Verder waren er ondermeer een wielerwedstrijd -gewonnen door wijkbewonder David Lagae – een manillenkaarting op vrijdagavond, een vinkenzetting, optredens en werd het feest telkens op zondagavond afgesloten met het oplaten van warme luchtballons. Iets wat ondertussen – mede door het verder bebouwen van de stukken grond – tot het verleden behoort. De gepensioneerden werden telkens extra verwend en nog steeds worden de feesten geopend met een H. Mis voor de overleden wijkbewoners.
Het bestuur had ondertussen de naam van de feesten genoemd naar zijn reus Aar-Thur, de eerste Hoogleedse reus trouwens en onder deze naam zijn de feesten een begrip geworden in West-Vlaanderen. Vooral de rommelmarkt, telkens op de eerste zondag van augustus is uitgegroeid tot één van de grootste van Vlaanderen met liefst 900 standplaatsen van 5 meter en ruim dertigduizend bezoekers. Op de eerste zondag van augustus kan je bijwijlen op de koppen lopen…
Het bestuur onderging met de jaren een flink pak wijzigingen en toen René Declercq jammerlijk het leven liet bij een verkeersongeval nam Guido Gerinckx de voorzittersfakkel over die later overgenomen werdt door een jongere beloftevolle kracht, namelijk Frederik Sap. Van het eerste bestuur is enkel nog Guido Gerinckx actief. Hoopvol is tevens dat een aantal jongeren de uitdaging opgenomen hebben om verder te gaan met deze feesten en jaar na jaar groeit het aantal medewerkers. De Rodenbachwijk heeft ondertussen wel een flinke opwaardering gekregen in Hooglede.
In de donkere decembermaand is deze wijk zonder twijfel de gezelligste wijk geworden uit de regio door de sfeervolle kerstverlichting aan de huizen. Vele wandelaars komen speciaal afgezakt naar de Rodenbachwijk om te genieten van de prachtige realisaties. Tevens is er ieder jaar een rondgang waarbij het bestuur zich in kerstmannenpakjes hult en met koets en paard alle straten aandoet. Er wordt overal aangebeld aan de verlichte huizen om de mensen geschenken te overhandigen en ze meteen uit te nodigen op de Nieuwjaarsreceptie waar ze kans te maken op een extra-prijzenpot.
Andere activiteiten zijn of waren de verrassingsreis, een Nieuwjaarsreceptie, een Amuzze-Gulle tocht (smoefeltocht), de Aarthur-quiz enz…
Verder worden ook een aantal huizen bevlagd tijdens de Aarthurfeesten of andere gelegenheden die meteen de wijk een feestelijke aanblik geven .